2021AntoonHeylenOverleijdingsbericht

OVERLIJDENSBERICHT VAN MISSIONARIS-JEZUÏET ANTOON HEYLEN

°Wolfsdonk (België) 5 okt. 1863 , + Macon (USA) 13 aug. 1888

 Afbeelding invoegen

Op zijn doodsprentje lezen we:‘Joseph Antonius Heylen, van het Gezelschap Jesu. Geboren te Wolfsdonk den 4 October 1863. Treedt in het Gezelschap Jesu en doet zijne kloostergeloften, den 18 September 1886. Sterft eene heilige dood te Vineville , bij Macon (Noord-America) den 13 augustus1888, na bediend te zijn van de laatste HH.Sacramenten’.

Jozef Antonius Heylen, kortweg Toon, was de vijfde zoon in het landbouwersgezin van Jan Jozef (Janneke) Heylen 1825-1916 en Maria Isabella Verbiest 1833-1870. Na hem werden er nog twee meisjes geboren: M. Theresia en M. Julia (Lieke). Zes weken na de geboorte van haar dochtertje Julia overleed de moeder.

Zeven kinderen dus. De oudste zoon, Jan Baptist 1852-1942  werd de eerste meester Heylen in Wolfsdonk. Van hem mag men zeggen dat hij een groot deel van zijn dorp leerde lezen, schrijven en rekenen. Dan volgde Pieter Frans 1857-1951, schoolhoofd geworden in Heverlee; Jan Ludovicus (Louis) 1859-1934,  huisschilder in Antwerpen; Isidoor 1861-1940, broeder Pascal, redemptorist, overleed in Boulogne-sur-Mer (FR); Jozef Antonius  (Toon) 1863-1888, werd jezuïet en vertrok in 1884 naar Noord-Amerika, waar hij overleed; M. Theresia 1866-1961, was in dienst  bij een notaris in Antwerpen, M. Julia (Lieke) 1870-1959 huwde met landbouwer Louis Verbeeck en bleef met haar groot gezin en haar vader in de Elsleuken wonen.

Antonius begon zijn humaniorastudies in het St.-Jozefscollege van Aarschot en bleef er tot en met de poësis. Omdat hij roeping voelde voor de missies, ging hij voor het laatste jaar van de humaniora, de retorica, naar de Apostolische School van de jezuïeten in Turnhout. In 1884 vertrok hij als missionaris naar Noord-Amerika, waar hij overleed aan een tyfeuze koorts. Na het veel te vroege overlijden van Toon ontving zijn vader een aandoenlijke en troostende brief vanuit Amerika. We geven die hier volledig weer zoals die indertijd geschreven werd door zijn confrater en vriend pater Pierre Philippe (afkomstig uit Wijchmaal Limburg).

GELOOFD ZY JESUS CHRISTUS.                                                                                                                                                                      

Macon, den 15de Augustus 1888

Zeer Geachte Heer,

Heden heb ik my met eene al te droevige taak zien beladen met u in mynen Oversten’s naam in briefwisseling te treden, daar het hem onmogelyk is u in de vlaamsche taal te schryven.

Nu dan, om tot het ware punt te komen, waarvoor deze brief opgesteld is, kondig ik aan, laat uw vaderlyk hart geenszins bedroefd wezen, het allergelukkigste vertrek van uwen zoon Josephus Antonius naar eene betere wereld over.

Zulks een nieuws waarlyk moet een vaderlyk hart dat zynen zoon met de teederste liefde altyd bemint heeft, in eene natuurlyke wyze gesproken, hard vallen, maar als wy zyn vertrek op eene bovennatuurlyke manier met de oogen des geloofs beschouwen, dan verandert aanstonds ons oogpunt, en wy moeten maar al te waarlyk uitroepen "GELUKKIG IS DE MENSCH DIEN ALMACHTIGE GOD TOT ZYNEN LOON ROEPT” Zoo heeft dezelfde altyd pryswaardige God in zyne eeuwige wysheid, jegens uwen afgestorven zoon gehandeld. Hy heeft hem, daar is ten minste niet aan te twyfelen, tot eenen glorieryken troon geroepen waar hy in triomf heerscht, God voor alle eeuwigheid looft en gebenedydt en voor ons bidt, byzonderlyk voor eenen vader die hem van zyne jongheid af met zoo’n teedere zorgheid opgekweekt had. Troost u dus; stel u met God, wees tevreden. Uw zoon is heden in den Hemel. Neen, vader, weent niet om my,  roept u uw zoon dan uit den Hemel toe. Waarlyk, Geachte Heer, gy hadt reeds een groot offer gedaan, wanneer God hem van u naar een vreemd land vroeg; nu heeft hy u nog een grooter gevraagd, en ik twyfel er niet aan, gy hebt hem reeds geantwoord met den Heiligen man Job: "HEER, GY HADT HEM MY GESCHONKEN, EN GY HEBT HEM MY ONTNOMEN, ZY UW HEILIGE WIL GENENEDYD.”

Om uwe droefheid te bedaren, en u over uw zoons glorie te betuigen, ziehier onder wat schoone omstandigheden zyne zachte dood te beurt viel: Het was op t’ einde der groote vacantie dat Josephus Antonius zoo hy zegde, eene koude in een bosch nevens een stroom opgevat had. Dit gebeurde, ik geloof rond den 15den Juli. Deze koude bracht hem in t’ bed en verzwakte geheel zyn gestel. Nogthans door de voorzichtigheid en oppassendheid van den geneesheer, was hy weldra beter, doch dit duurde niet lang. Eenige dagen later viel hy erger in de vorige ziekte terug vergezeld van eene hevige koorts. Tot den 10den Augustus was hy nu en dan erger en beter, wanneer den 11den hy hem veel en veel zwakker vond. De geneesheer van Macon kon zyne zwakheid geenszins versterken, tegen den avond zag hy alle middelen nutteloos. Misschien, zegde hy, komt hy den nacht niet door. Sedert dat uur, begon ons geheel gesticht zijne gebeden te verdubbelen dat de wil Gods mocht geschieden den 12den Augustus. Des morgens vroeg kwam den geneesheer zien of dat hy nog in leven was, en was verstomd wanneer men hem zegde van ja. Hy gaf hem geen uur meer te leven. Hoe meer zyne laatste uur naderde, zooveel te meer verdubbelden wy onze gebeden, want wy wisten (en denk hier wel aan) dat s’anderendaags het feest was van den Heiligen Joannes Berchmans van Diest. Zoo bevool de Eerwaarde Overste ons dezen grooten heiligen te bidden van hem te genezen indien het Gods wil was, of hem s’anderendaags den 13den ten hemel te roepen.

Den geneesheer die geen katholiek is, kon niet begrypen hoe zyn leven bleef duren, maar wy wisten dat het ons gebed alleen was. Antonius lag dien dag (den 12den) zonder eenige pynen te gevoelen, altyd onophoudelyk de Heiligen aanroepende. St.JOSEPH, St.JOANNES BERCHMANS, BIDT VOOR MY, kwam gedurig uit zynen mond aldaar zyne stem zeer zwak was. Nu kuste hy met de grootste devotie zyn crucifix, en een beeldeken van Joannes Berchmans, en dan begon hy wederom zynen patroon St.Ignatius, St.Aloysius, en alle heiligen van het gezelschap van Jesus te aanroepen.

Zoo verscheen de 13de, feest van den H.J.Berchmans. De mis begon en was gezegd om een onzer twee voorgaande vragen te bekomen, en heel het huis offerde eene communie voor Josephus Antonius op.

Gedurende de consecratie is St.Joannes Berchmans hem verschenen (wat eene groote gratie) en heeft Antonius gevraagd wat hy verlangde, leven of dood. Antonius heeft wyselyk geantwoord "DAT HY DAT AAN DEN HEILIGE OVERLIET” en de Heilige heeft het betere voor hem verkozen met hem om 10 uren in den avond den 13den Augustus ten hemel te roepen. Zyne dood was zacht zonder pyn.

Ah Mynheer, had ik het geluk als uw zoon door eenen Heiligen ten Hemel geroepen te worden en dat op het feest van den gelukzaligen JOANNES BERCHMANS, een vlaamsche als Antonius is en als ik ook ben. Antonius was myn beste vriend, we waren te zamen in Turnhout in de Apostolische school, en wy waren te zamen hier in Macon voor een jaar, maar nu is hy beter of ik. Het was my onmogelyk een traan te laten vloeien als ik hem stervende op zyn bed zag liggen en hem ons laatste vaarwel toesprak, zoo zeker was ik of  hy de grootste schat in bezit ging nemen.

S’anderendaags den 14den werd er eene mis voor de lafenis van zyne ziel gelezen en rond negen uren werd hy begraven denzelfden dag, omdat het hier te warm is om de dooden zoolang boven den grond te laten als in Belgie.

Ziedaar een kort verhaal van zyne dood. Hoe schoon is zij, niet waar. Weent daarvoor niet meer, Antonius is in den Hemel, hy bidt voor U.

R.I.P.                                                                                                                     (Geteekend) P. Philippe.

N.B. De Heilige Sacramenten had hij met de grootste godsvrucht ontvangen twee dagen voor zyne gelukzalige dood.

IN DEN NAAM VAN DEN OVERSTE.