2020Bijnamen

OVER BIJNAMEN,TOENAMEN EN ALIASNAMEN IN LANGDORP,GIJMEL EN WOLFSDONK
 
Wat ligt aan de oorsprong van bijnamen? Veel minder dan vroeger krijgen mensen bijnamen. Doorgaans worden enkel nog de officiële voor- en familienaam gebruikt. En volstaat dat niet dan voegt men er het adres aan toe, de naam van de ouders of ook het beroep. Toen ik in Wolfsdonk en Aarschot mijn lagere en middelbare studies deed, hadden de meeste leerkrachten nog een bijnaam. Slechts zelden durfden we die in hun nabijheid uitspreken. Het was meestal een verbastering van hun naam, een lichaamskenmerk, een karaktertrek, een daad waarop ze betrapt waren. Zelfs onder het gewone volk zijn bijnamen vrij onschuldig. Meest verwijzen ze naar de afkomst, langs vaders- of moederskant, naar hun beroep, een opvallend kenmerk of hun geboorteplaats. En aangezien tot rond 1960 praktisch alleen Latijnse namen van heiligen werden ingeschreven in het doopregister, kregen de kinderen thuis een Vlaamse variant ervan te horen. Varianten van heiligennamen vinden we soms nog terug onderaan op de blaadjes van een blokjeskalender. Maar vandaag is de band tussen beide niet meer zo duidelijk als vroeger. Een paar voorbeelden? Wie kent nog Julia van Lien Fuis, en Tuinke Spies? Wel, de eerste is Julia Everaerts (1910-1989) dochter van Angeline Janssens (°1866) en kleindochter van Servaas Janssens. Fuis is een verbastering van Vaas, de kern van de Latijnse naam Servatius. En de tweede is Antoon Pauwels (°1893), zoon van Petrus Sulpitius Pauwels (1844-1913). Spies is een verbastering van Sulpitius, waarin dezelfde letters voorkomen. In heel wat bijnamen wordt de afstamming met twee of meerdere namen weergegeven, al dan niet aangevuld met een beroep. Soms ontstaat daardoor een misverstand als na de naam van de persoon de voornaam van de grootouder wordt weggelaten en het beroep behouden blijft. Zo wordt mijn vader ‘Frans van Tiestke de wever’ genoemd terwijl Tiestke, (officieel Joannes-Baptista), het beroep van wever niet meer uitoefende. De ouders van Tiestke waren, evenals hun voorouders, wél wevers en spinners. Ze woonden in de huidige Spagniëstraat. Hetzelfde gebeurde met Fokke Schoen zijn roepnaam. Enkel een broer en hun beider vader waren schoenmakers. Gelukkig levert het verstaan van de verbastering van naam, voornaam of beroep doorgaans geen al te grote moeilijkheden op. Wie weet dat ‘Sus Mand’ de bijnaam is van Franciscus Bergen (1855-1943) zal al vermoeden dat zijn vader Amandus Bergen was. Bij Nard, Miel en Rik van Stainke is het wel iets moeilijker. Constantinus Van de Schoot was niet hun vader, maar hun grootvader, en die woonde in Herselt.
 
Invoegen 2 foto’s: Dorp Wolfsdonk en Maria Gijmel F4422g47 + F4422h47 
 Afbeelding invoegenAfbeelding invoegen
Oproep tot medewerking Beste lezers, jullie merken dat het team van ‘Verhalen verbinden Platteland’ al heel wat opzoekingswerk heeft verricht. Maar ook jullie kennis van bijnamen is nog een grote bron zijn om onze lijst aan te vullen. Welke info is voor ons belangrijk? - de bijnamen die voorkomen in Langdorp, Gijmel, Wolfsdonk; - zoveel mogelijk gegevens over de betreffende persoon; - zo mogelijk de oorsprong of reden van deze bijnaam. Hoe kunnen jullie ons de info bezorgen: a) door een mailtje te sturen naar info@verhalenverbindenplatteland.be; b) door een briefje te stoppen in de bus van de pastorij te Langdorp (Langdorpsesteenweg 299) of de oude pastorij te Wolfsdonk (Wolfdonk-Dorp 20, 3201 Langdorp); c) door je bijdrage mee te delen aan Renaat Van den Berckt, die deze tekst schreef, aan Julia Brems of Jonas Danckers. Ze zorgen ervoor dat alles verzameld wordt. Het geheel zal in 2021 als lectuur terug te vinden zijn in dit parochieblad maar ook in een publicatie over de oude verhalen van Wolfsdonk, Langdorp en Gijmel die in juni 2021 zal verschijnen!
 
 Bijnamen in Langdorp, Gijmel, Wolfsdonk (deel 2)

 

Vorige week hadden we het over het ontstaan van bijnamen (toenamen of hoe je ze ook mag noemen), en gaven we reeds enkele soorten namen als voorbeeld. Daarbij deden we een oproep naar onze lezers om aan dit project mee te werken. De meeste bijnamen zijn, of waren, immers slechts gekend in een beperkte kring, een parochie, een wijk, straat of specifieke groep. En de oorsprong van een bijnaam is door een buitenstaander soms niet meer te achterhalen.

De heemkunde in onze gemeente is echter belangrijk. We hopen die van dienst te kunnen zijn door ook nu een deel van de kleine geschiedenis op te tekenen. Het is dus zeker niet de bedoeling om scheldwoorden of kwetsende bijnamen van nog goed gekende personen op te sporen en die te gaan verspreiden.

 

In parochieblad nr. 45 van 4 november stond op blz. 8 een artikel over De Witte en dit bij gelegenheid van de 100ste verjaardag van het boek. Het begint met volgend citaat van Ernest Claes:  "Hij hiet eigenlijk ‘Lewie’, niet ‘Witte’; die naam kwam maar van zijn haar. ‘Louis’, op zijn Fransch, noemde hem alleen de maseur, vroeger in de nonnekensschool, en op zijn schrijfboeken schreef hij plechtig ‘Ludovicus’. De pastoor in de catechismus zei ‘Wittekop, Vlaskop’, maar dat vond hij alleszins nog voornamer dan Rosse te heeten, lijk Dries van de Knots.”


Het ganse artikel zal zeker in Wolfsdonk door velen gelezen zijn want Louis Verheyden, alias De Witte van Zichem, woonde op de Testeltsesteenweg vlak voor de Hanenberg. Hij was te Zichem geboren op 13 juni 1891 en overleed bij ons op 14 oktober 1975. Zijn graf lag op de begraafplaats van Wolfsdonk, maar werd er jammer genoeg niet bewaard als aandenken aan onze wereldberoemde dorpsgenoot. Louis was gehuwd met Maria Corten. Hij had aan de statie van Testelt een stamcafé.

 

   Afbeelding invoegen 

Afbeelding invoegen

Afbeelding invoegen

De Witte is ook een (deel van de) bijnaam van heel wat personen uit onze vroegere gemeente. Paul Bruyninckx, wiens vader fotograaf was, heeft ons zijn lijst bezorgd met ruim 200 roepnamen opgetekend in Langdorp. En slechts enkele hiervan kregen voor ons reeds een naam en gezicht. Wat de voornaam Louis of Louisa betreft, blijft het voor ons zoeken naar Witten Hendriks, Witten Hut, Witte Soek, Witte van Cobergen, Witte van Gillekes, Witte van Waiken Hoek, Witte van Liske, Lewieke Vanlul, Lewie van de vuurmeule en Lewiske van Darekes.

We vonden of kregen wel informatie over:

Witte Piot (Louis Laeremans echtgenoot van Jet Meynckens die een kruidenierswinkel had aan de kerk in de Gijmel);

Witte Tamboer (Louis Pauwels, 1903-1988, echtgenoot van Anna Maria Van de Schoot, afstammeling van een tamboer-majoor bij het leger ten tijde van Napoleon);

Witte van Fluppes (Louis Peeters, afstammeling van Philippus Peeters uit Testelt die in 1853 huwde met Anna Rosalia Sools);

Witte Klak (Louis Torfs uit Herselt, die in 1927 huwde met Anna Maria Somers en in de Kleine Kruisweg woonde. De rol van zijn hoofddeksel blijft nog onzeker);

Witje Woest (Louis Cuypers echtgenoot van Coleta Peeters die in de haakse bocht van de Roosstraat woonden in een lemen huisje met een potstal. Herkomst van Woest blijft een vraagteken);

Witje Lemmes (Louis Pauwels, overleden in 2001, weduwnaar van Bertha Van den Brande, zoon van Wannes Pauwels en Maria Lemmens);

Lowie van Tut (Louis Beyens, afkomstig uit Eindhout=Tut of thut, wonend in de Mosvenne. Hij werd ook ‘t Kaske genoemd. Waarom?);

Witte van Fuis (Louis Laureys, 1923-2003, zoon van Servatius=Fuis en Maria Somers, was gehuwd met Irma De Boel);

Witte Schoen (Louis Alaerts, 1911-1997, echtgenoot van Maria Alaerts, was schoenmaker evenals zijn vader. Zijn broer Fokke Schoen was echter geen schoenmaker, maar de bijnaam erfde hij wel van zijn vader).

 

OKRA Wolfsdonk heeft zich vorig jaar tijdens een vergadering ludiek beziggehouden met opzoekingswerk en nog heel wat ongekende bijnamen kwamen toen tevoorschijn. Vandaar onze oproep aan alle lezers van het parochieblad om te delen wat ze er nog van weten.

 

Oproep tot medewerking

Beste lezers, jullie merken dat het team van ‘Verhalen verbinden Platteland’ al heel wat opzoekingswerk heeft verricht. Maar ook jullie kennis van bijnamen is nog een grote bron om onze lijst aan te vullen.

 

Welke info is voor ons belangrijk?

-          de bijnamen die voorkomen in Langdorp, Gijmel, Wolfsdonk;

-          zoveel mogelijk gegevens over de betreffende persoon;

-          zo mogelijk de oorsprong of reden van deze bijnaam.

 

Hoe kunnen jullie ons de info bezorgen:

a)     door een mailtje te sturen naar info@verhalenverbindenplatteland.be;

b)     door een briefje te stoppen in de bus van de pastorij te Langdorp (Langdorpsesteenweg 299) of de oude pastorij te Wolfsdonk (Wolfdonk-Dorp 20, 3201 Langdorp);

c)      door je bijdrage mee te delen aan Renaat Van den Berckt, die deze tekst schreef, aan Julia Brems of Jonas Danckers. Ze zorgen ervoor dat alles verzameld wordt.

 

Het geheel zal in 2021 als lectuur terug te vinden zijn in dit parochieblad maar ook in een publicatie over de oude verhalen van Wolfsdonk, Langdorp en Gijmel die in juni 2021 zal verschijnen!

 

Alvast dank voor al de mooie namen die we zo kunnen bewaren voor het nageslacht !

 BIJNAMEN IN LANGDORP, GIJMEL EN WOLFSDONK (deel 3)

Dat Heemkunde, of kennis van onze HEIMAT, ruimer is dan de kennis van bijnamen uit onze omgeving ondervond ik toen Ludo H. er mij op wees na een bezoek aan het kerkhof. ‘Ik vraag me af, zei hij, of iemand die de wandeling van Natuurpunt meedeed, en door de Kolkensvijverstraat kwam, wist of vernomen heeft waar het Verlindens gelegen was’. Ik moest toegeven het zelf niet te weten, maar kon tegenscoren door aan hem de vraag te vragen waar op de Hei het Clemens en het Kapiteines gelegen waren, of het Verbiestes in het Dorp. Na een erfenis of verkoop werd, met de ‘s’ toe te voegen aan  een familienaam, aangeduid wie voordien eigenaar was van de grond. Zo zullen er in de Gijmel ook wel veel gronden afkomstig zijn van de aloude familie Vleminckx.  

 

Met Marie Kapitein zitten we terug in het bijnamenproject dat ons al een paar weken bezighoudt. Toen Simon Verbruggen hoofdonderwijzer was in Wolfsdonk woonde hij daar in dat prachtige huis op de hoek van Dorp, Volkensvoortstraat en Senatorlaan. Voorheen woonde daar juffrouw Marie Brems (1873-1965) alias Marie Kapitein. Zij stamde uit de familie van Norbert Brems (1809-1900) en deze was in 1830 bevelvoerend kapitein van het kanton Aarschot in de strijd tegen Nederland. Hij kwam uit het Dorp in Wolfsdonk.

 

Daarmee zitten we in de bijnamen die niet onmiddellijk met de familienaam te maken hebben. Sommige staan helemaal op zichzelf, andere verwijzen naar een plaats, beroep of hoedanigheid. We vernoemden er al enkele.

 

Als we kijken in de lijst die Paul Bruyninckx ons bezorgde dan zien we er heel wat die nog om een verduidelijking vragen. Misschien weet een lezer(es) iets meer over volgende bijnamen: den Assetèk, de Ballon, de Baumeleir, Bekke Stroop, Bertha Stoef, Betteke Turlut, de Bink, Boerre van den Dokus, de Borms, de Brek, de Brie, Celle Snor, Charel van den halt, Charel van de Waal, Charelke van Doike Saks, Daj, Dikke van Nainke, Dikke van Schellekes, Dikke van Stans, Doike Carlo, Doike Saks, den Djoep, den Dokus.

 

We onderbreken hier even de eentonige opsomming en voegen er her en der wat toelichtingen bij die ons zijn toegekomen.

‘Assetèk’ lijkt te verwijzen naar een echte of spottend genoemde architect. Maar over wie ging het dan?

Bet, Bettes en Betteke als voornaam kunnen een Vlaamse variant zijn van verschillende officiële namen: Albert, Elisabeth, Engelbert, Gilbert, Hubert, Lambert, Norbert  en Robert. Doopregisters kunnen hierbij een uitstekend hulpmiddel zijn.Maar soms geeft een gedachtenisprentje of overlijdensbericht ons de oplossing. Ook die zijn dus van groot belang voor Heemkunde. 

De Bles is ongetwijfeld de bijnaam van Langdorps hoofdonderwijzer en koster Jules Verbiest (+1942). Hij woonde in een deel van het gemeentehuis.

Ook Boske, of Alfons Van den Bosch blijkt in het centrum van Langdorp geen onbekende te zijn. Maar wat was zijn beroep en waar woonde hij?

De Brek is hier geen scheldnaam, maar verwijst wel naar een vroegere bijverdienste van mensen met een karig inkomen. Ouders of grootouders van Jef Symons (Heide) zochten naar miereneieren. Die waren blijkbaar een gegeerde lekkernij voor de fazanten van het rijke volk. 

Soewe Bat heeft in Wolfsdonk een groot nageslacht. Hij leefde tussen 1867 en 1947 en had als naam Joannes Franciscus Rens. Zijn dooppeter was Jan Baptist Rens. Komt de bijnaam Bat van Baptist? Alles wijst in die richting ware het niet dat zijn grootvader in de registers Jan Casimir genoemd wordt. Kunnen de kleinkinderen van Sooi ons misschien helpen?

Den Dikke van Nainke heette Benedictus of Dictus Van der Borght, geboren in 1898 als zoon van Ferdinand en van Melania Hendrickx. Komt Dikke van Dictus of van zijn gestalte? Wat deed hij? Waar woonde hij?

Oproep tot medewerking

Beste lezers, jullie merken dat het team van ‘Verhalen verbinden Platteland’ al heel wat opzoekingswerk heeft verricht. Maar ook jullie kennis van bijnamen is nog een grote bron om onze lijst aan te vullen.

Welke info is voor ons belangrijk?

-          de bijnamen die voorkomen in Langdorp, Gijmel, Wolfsdonk;

-          zoveel mogelijk gegevens over de betreffende persoon;

-          zo mogelijk de oorsprong of reden van deze bijnaam.

 

Hoe kunnen jullie ons de info bezorgen:

a)     door een mailtje te sturen naar info@verhalenverbindenplatteland.be;

b)     door een briefje te stoppen in de bus van de pastorij te Langdorp (Langdorpsesteenweg 299) of de oude pastorij te Wolfsdonk (Wolfdonk-Dorp 20, 3201 Langdorp);

c)      door je bijdrage mee te delen aan Renaat Van den Berckt, die deze tekst schreef, aan Julia Brems of Jonas Danckers. Ze zorgen ervoor dat alles verzameld wordt.

 

Het geheel zal in 2021 als lectuur terug te vinden zijn in dit parochieblad maar ook in een publicatie over de oude verhalen van Wolfsdonk, Langdorp en Gijmel die in juni 2021 zal verschijnen!

 

Alvast dank voor al de mooie namen die we zo kunnen bewaren voor het nageslacht !

BIJNAMENPROJECT VAN LANGDORP, GIJMEL EN WOLFSDONK (deel 4)

Afbeelding invoegen

Baard Wuyts

Vandaag kunnen we eens beginnen met een foto die aantoont dat Alfons Wuyts (1884-1945) zijn bijnaam ‘baard Wuyts’ niet gestolen had. Hij was gehuwd met Anna Maria Dimphna Corten en woonde in de Volkensvoortstraat. Een andere foto uit 1935, staat als foto 75 afgedrukt in ‘100 jaar de lens op Langdorp’, uitgegeven in 1976. Daar zie je hem als drager van de grosse caisse of grote trom bij de fanfare ‘De Verenigde Vrienden’.

Ieder café van Wolfsdonk, dat de fanfare steunde, werd jaarlijks minstens één keer door de vereniging bezocht. Zo passeerde ze ook bij ‘Julleken Dog’ tegen de Mechelsebaan op de Mouthoren. Jules Ceusters (1910 - 1966) en Antoinette Bruyninckx waren er de uitbaters. Hun best verkochte bier was DOG Ale. En de naam van dat bier werd Jules zijn roepnaam. Zo was hij dan ook gekend in gans het omliggende.

A propos, ook Mouthoren had volgens oud-schoolhoofd Louis Heylen alles met bier te maken. Op de plaats waar de Mouthorenstraat begint en vroeger het café van Frans Blockx stond, zou in de 17de eeuw een eigen brouwerij gestaan hebben. Ze hoorde toe aan een familielid van de heren van Aarschot, die door de plaatselijke bevolking ‘de Gravin’ werd genoemd. Telkens als er in de brouwerij mout te verkrijgen was, werd er op de horen geblazen om de boeren uit de omgeving hiervan te verwittigen. De moutebrij die overbleef nadat het bierextract in kuipen was afgevoerd, was een kostelijk krachtvoer voor het vee.

Niet alle bekende bijnamen kregen reeds hun toelichting. Aan hand van de lijst die Paul Bruyninckx ons bezorgde, gaan we nu verder met volgende zoekopdrachten: den Ezel, Emma Saas, de Fa, Fien Begot, Fien van de Pots, Fien en Fons van den Halt, Fien van de Rosse Brems, Fikske van de Muilder, Fik van Cobergen, Fik van Naskes, de Flujete, de Floere, de Fluimme, de Foesj, Foike en Fraike Pro, Fons van de Pots, Franske uit de Lauk, Frans van de Kleine, de Fuinne, de Gadder, de Grove, de Grune, den Hate, de Heksemeester, den Heukeleir.

Nog eens ‘sorry voor deze lange opsomming’. Tijd weer voor wat verademing en reeds ontvangen verduidelijking.

Op de Okra-samenkomst vertelde men dat Den Djoep de bijnaam was van ene Louis Willems die eerst op de Zavel op de Testeltsesteenweg woonde en daarna in Langdorp. Hij haalde met paard en kar de kruiken melk op bij de boeren en bracht ze dan naar de melkerij. Na iedere halte riep hij niet ‘dju’ op zijn paard maar wel ‘djoep’. Louis was een harde werker.

Bij Fik van Cobergen staat enkel vermeld dat dit de bijnaam zou zijn van een zekere Victor Bergen. Maar wie is deze persoon, wat deed hij, en waarom deze bijnaam. Heeft die te maken met Coburg, een deel van de koning zijn familienaam?

Fikske en Foike Pro zijn gekend als Victor en Alfons Van Tongelen. Maar weerom, er is geen verdere uitleg.

Fille van de Meulder is wellicht door iedereen gekend als Theofiel Van Aelst, molenaar op de Heimolen.

Bij een zekere Alfons Van Hirtum staat als eenvoudige bijnaam Fons van Polleke. Hiermee is enkel de naam van zijn vader meegedeeld. In deel 7 zullen we het opnieuw hebben over de familie Van Hirtum.

Den Heukeleir is een echte bijnaam, maar eentje die om toelichting vraagt. Er staan ook vraagtekens bij de vermoedelijke persoon Egidius (?) Truyens (?).

Achter den Heksenmeester schuilen wellicht heel wat straffe verhalen. In Wolfsdonk weleer verwijst André Peeters op pag. 29 naar de vader van Marie Theys. Was dat ook de vader van onze overleden eeuwelinge Marie Theys? Wie heeft hier meer informatie over? Zo kan het voor ons allen nog boeiend worden.

Voor antwoorden per mail of per brief, kan u:

a) een mailtje sturen naar info@verhalenverbindenplatteland.be;

b) een briefje stoppen in de bus van de pastorij te Langdorp (Langdorpsesteenweg 299) of de oude pastorij te Wolfsdonk (Wolfdonk-Dorp 20, 3201 Langdorp);

c) een bijdrage meedelen aan Renaat Van den Berckt, die deze tekst schreef, aan Julia Brems of Jonas Danckers. Ze zorgen ervoor dat alles verzameld wordt. 

 

BIJNAMENPROJECT VAN LANGDORP, GIJMEL EN WOLFSDONK (deel 5)

Een van de kleurrijkste bijnamen in onze vroegere gemeente is wellicht ‘de Luien Habbernak’. Norbertus Van Habberney werd in 1862 geboren in een familie afkomstig van Herselt. Op 2 oktober 1902 huwt hij in Wolfsdonk met Leonie Sempels (1858-1937), de weduwe van Leopold Luyten (1850-1900). Leopold en Leonie waren de ouders van Firmin (1894-1971) en Edward Luyten(1897-1971) en woonden in een lemen huis dichtbij de bekende Dopkensboom.

Afbeelding invoegen


Ze leefden van wat landbouw en een herberg. Habbernak is wellicht een verbastering van de ongewone familienaam Van Habberney terwijl de Luie de geaardheid van Norbert weergeeft. Daar bestaat zelfs een verhaaltje over. Op een keer was er tussen hem en twee andere mannen een weddenschap, wellicht voor een bak bier. De meest luie zou winnen. En hij won. Omdat hij te lui was om zelf te gaan liggen vroeg hij maar iemand hem op de rug te leggen om zo horizontaal te kunnen rusten. Norbert is dus slechts de stiefvader van Firmin en Edward, maar toch zijn zij met de bijnaam van de Luie door het leven gegaan.

 

Afbeelding invoegen

Centraal voor de deur zien we Leonie Sempels. Naast haar staat ‘de Luien Habbernak’. Eduard Luyten zou de tweede van rechts zijn. Het meisje achter het geitje is wellicht Emma Maes (°1890), pleegdochter van Leonie Sempels en Leopold Luyten. Emma huwde in 1918 met Frans Bos (°1884), weduwnaar van Rosalia Sempels (+1917), halfzus van Leonie.

Foto uit Wolfsdonk weleer … p.39.

We hopen nog toffe verhalen te horen wanneer jullie ons vertellen over volgende bijnamen. De Hin, den Hoed, Hoefke, Honnekar, Jakke Buircht, Jakke en Mette Carlo, Jef Pontaan, Jeppe Kèjes, de Joker, Jul van ‘t Geikke, Jul van Soewes, de Kauter, het Kavadderke, Kazze Klits, de Keing, Kizzeke, de Klets, de Kloek, Kluidde, de Kloon, de Kokke, het Konijnke, de Krekel, de Kuibber, de Kul, de Kuu, Lewie van de vuumeule, Lewiske en Mie van Darekes, Lewieke Vanlul, Margriet van Lauens, Marie van de Boerre, Marie Zon, de Mèjel, Mie Cent, Mie Sigaar, Mieke Spies, Mieke Sportkaas, Mie Metser, Mil van den Dokus, Mit Piot, de Mojerhond, de Moks, Mossel, de Muitte, de Muisjh, de Mus, Muske.

We vermoeden dat er hier bijnamen bij zijn die momenteel nog kwetsend kunnen overkomen. We gaan ze dan zeker niet publiceren maar we kunnen ze wel, met toelichting, bij heemkunde bewaren.

Uit de informatie die we zelf al ontvingen, delen we reeds graag met jullie:

Doike van Meizeke was de bijnaam van Isidoor Peeters (1897-1974). Hij woonde in de Volkensvoort en was een afstammeling van Josephus Peeters (°1817) die de natuurlijke zoon was van Maria Theresia Peeters (°1778) en Franciscus Meisens (°Herselt 1770-1843). In de overlijdensakte van Franciscus Meisens staat vermeld dat Josephus Peeters zich Josephus Mesens noemde en zoon was van de overledene.

De Melse of Franciscus De Kock werd geboren op 1 januari 1905. Hij was een zoon van Norbert en Julia Pauwels (Julieke Spies). Hij woonde in de huidige Tuinbouwstraat in een lemen huizeke met vooraan tegen de straat een bakhuis. Op een winterdag, toen zijn vrouw Rezien de was afstookte en de rook uit de schouw kwam, heb ik als kind met enkele vriendjes sneeuwballen gerold en de opening boven het dak als doel gebruikt. Toen een sneeuwbal daarlangs in de wastobbe terechtkwam hebben we de vlucht moeten nemen. De bijnaam Melse zou verwijzen naar een veld waarop veel mel (melde) stond, een onkruid dat hier iedereen wel kent.

Frans van de Sloef, een andere buurman, maar dan uit de Mosvennestraat, heette eigenlijk Frans Lemmens (1905-1984) en was gehuwd met Louisa Corten. Velen noemden hem kortweg de Sloef. Maar dat was oorspronkelijk de bijnaam van zijn vader die in Testelt woonde. Volgens personen die hem daar gekend hebben, was het iemand die bij het marcheren amper zijn voeten ophief. Het was een sloefer. Een andere zoon van hem woonde In Testelt en die werd Gust van de Sloef genoemd.

Gust van Nuis of Gust Coenen (1923-1979) was gehuwd met Jeanne Houtmeyers en , zoon van Ignatius Coenen. Hij woonde in café De Drie Wegen dicht bij de Hanenberg.

De bijnaam van zijn vrouw zou Jeanne van de zwuis geweest zijn. Maar toelichting hierbij hebben we niet gekregen.

Tist Flup of Jan Baptist Janssens (1867-1943) echtgenoot van Maria Theresia Pelgrims, was zoon van Philippus Janssens en Maria Francisca Verbinnen. Geen eigenlijke bijnaam dus, maar de volkse weergave van de voornamen van zoon en vader.

Marie van ‘t winkeltje of Maria Van de Ven (Tongerlo 1910-W.1985) echtgenote van Karel Geyskens. Marie had een klein buurtwinkeltje in de huidige Boterheidestraat. Kinderen die hun moeder vergezelden, kregen van haar zelfs ongevraagd een snoepje. Op haar toog stond naast de bokaal met snoepjes het zwarte mannetje dat vriendelijk knikte wanneer het iets in de spaarpot kreeg.

Janneke Smet, zo noemden we Jan Milants (1908-1973) een ongehuwde vriendelijke smid die op de hoek van de Grote Kruisweg en de Wolfsdonksesteenweg zijn smidse had. Hij besloeg er paarden, maar hielp ook de kinderen bij het vervaardigen van ‘repen’, waarmee hard werd gelopen. Het was een geliefd stuk speelgoed, gemaakt van een fietsvelg die met een stokje voortgerold werd.

Je kan met ons delen op volgende manieren:

a) een mailtje sturen naar info@verhalenverbindenplatteland.be;

b) een briefje stoppen in de bus van de pastorij te Langdorp (Langdorpsesteenweg 299) of de oude pastorij te Wolfsdonk (Wolfdonk-Dorp 20, 3201 Langdorp);

 

c) een bijdrage meedelen aan Renaat Van den Berckt, die deze tekst schreef, aan Julia Brems of Jonas Danckers. Ze zorgen ervoor dat alles verzameld wordt

 

BIJNAMENPROJECT VAN LANGDORP, GIJMEL EN WOLFSDONK (deel 6)

 

Met de lijst van bijnamen, ons bezorgd door Paul Bruyninckx, zijn we al aan de letter N toegekomen. Er wacht ons dus nog heel wat opzoekingswerk. Mogen we ook rekenen op jouw hulp? Dank je wel daarvoor. Dan vindt ook jouw toelichting wel de weg naar ons parochieblad.

Hier een eerste blok: de Najje, Nand Pathé, Nee Puu, Nekke van Dikke War, Net van Mieke Spies, de Noezze, den Oeweme, den Os, Paike Van Dingelen, de Père, de Pirre, de Prelaut, de Priester, de Raar, Remy van Plat Dak, Rik Tûit, de Robber, Roos Hoef, Rosse Mus, Roos Tuu, Schiejeve Riekes, de Schitter, Sjaake van de Ritte, Soewe Poep, Soewe Toebak, den Torre, de Stoikes, Sus Kabas, Suske Dowem, de Swis, de Tep, Téres van de muilder, de Tiete, Tiske Steen, Tiske Zabber, Tojnke van ‘t Bergske, den Torre, Trees van den Dokes, Trees van de Grove.

 

En nu weer even kijken naar de toelichtingen die we al konden vinden of verzamelen.

Vooreerst zijn er voornamen die duidelijk verbasterd zijn of slechts een deel van een (Latijnse) voornaam.

Fuis, zo zagen we al, is een verbasterde afkorting van Servatius of Servaas

Nand is een afkorting van Ferdinand.

Nee komt wellicht van René of van voornamen die de N als eerste letter hebben van de laatste lettergreep.

Nekke komt van Ernest, ook van Leonard.

Net is een afkorting van Jeannette of Antoinette.

Ritte verwijst naar het laatste deel van Evarist.

Sjaake komt van Charel of Karel.

Sjaake van de Ritte was Charel Van de Weyer (1909-1989) gehuwd met Anna Theys.

Spies is een verbasterde afkorting van Sulpitius.

Pére en Pirre komen wellicht van Petrus, Pierre of Pieter

Robber kan verwijzen naar Robert of Robrecht en toch heette in Wolfsdonk de Robbe officieel Fons De Boel. Waarom?

Sus en Soewe komen van Franciscus.

Téres is een verbastering van Walterus of Walter.

Tistke is het laatste deel van Joannes-Baptist.

Torre komt van Victor.

Bij OKRA hoorden we heel wat bijnamen waarin Teut of Moeër voorkomt.

WikeTeut was de bijnaam van Joannes Daems (1884-1967) echtgenoot van Elisabeth Bergen.

Gust Teut was een zoon van Lien Teut (Nathalie Rens) en Witte Klak. Hij heette August Torfs (1900-1972) en werkte in een koekjesfabriek.

‘Teut’ blijkt te komen van iemand die de gewoonte had te drinken aan de ‘teut’ van de koffiepot. En zijn bijnaam ging mee met het nageslacht. Zelfs een moeder kon hem doorgeven aan haar kinderen. Wie was hier de oorspronkelijke dader?

Iets dergelijks deed zich voor met de bijnaam Moeër. In de tijd van de kolenkachels zag een moor vanonder steeds zwart. ‘Zo zwart als een moeër’ werd gezegd.

Roos Moeër of Rosalia Rens (1898-1965) was gehuwd met Hubert Pelgrims. Haar vader en/of grootvader vertinde of verzilverde eetgerij. De stiel bracht mee dat zeker de handen, maar vaak ook meer dan dat, zwart zagen. Ook hier erfden ‘die van de Moeër’ de bijnaam.

(Van) Steurke kent veel voornamen. Dit achtervoegsel is immers telkens de familienaam Steurs.

In een dorp, of zelfs een gemeente als Langdorp zijn twee voornamen, verbonden met het woordje vansoms voldoende om aan te duiden over welke persoon het gaat. Echte bijnamen kan men ze dus niet noemen. Maar toch geven we er een paar met de nodige verklaring. Van wijst soms op zoon/dochter van, en soms op ‘gehuwd met’.

De 50+ generatie uit de gemeente Langdorp kent wellicht nog de volkse benaming Sus van Zjoo en weet dat daarmee senator Frans Van der Borght bedoeld wordt. Toch zullen slechts weinigen weten wie achter het woordje Zjoo schuilgaat.

De senator werd in Wolfsdonk geboren in 1888 en was een van de kinderen van Jan Frans Van der Borght en Joanna Angelina Van den Bergh. Voor wie het nog niet mocht gemerkt hebben, begint Joanna met JO of volks uitgesproken Zjoo. Naar haarvoornaam, en niet die van haar echtgenoot, werd verwezen voor de afstamming. De combinatie van twee voornamen verbonden door van was hier dus voldoende duidelijk.

Voor dezelfde leeftijdscategorie van Wolfsdonk is ook de combinatie Martha van Polleke duidelijk. Martha Van der Auwera (1906-2003) was de echtgenote van Leopold Hendrickx, alias Pol van Sooike (1905-1976), zoon van Franciscus Hendrickx en Maria Theresia Vander Borght). Recht tegenover de kerk hadden ze café ‘In ‘t Hof’. En Pol of Polleke was ook landbouwer. In 1944 toen uit Aarschot heel wat mensen op de vlucht waren voor bombardementen vingen ze in hun huis het gezin op van meester Carmen, de latere directeur lager onderwijs van het Sint-Jozefscollege.

 Afbeelding invoegen

Meester Carmen maakte deze foto van beide gezinnen. Raphaela Hendrickx staat rechtop tussen haar ouders. Moeder Martha heeft hun kleinste op de arm.

 BIJNAMEN PROJECT – DEEL 8

Bezorgd door lezers en OKRA

 

Celle van boerke & Mit van den halt. (Renilda V.)

"Ik ben een dochter van Marcel Verhaegen (1911-1964) en Maria Raes (1914-1996). Maar mijn ouders zijn beter gekend als ‘Celle van boerke’ en ‘Mit van den halt’.  

Toen vader met zijn ouders naar Langdorp verhuisde, zijn ze eerst in de Grote Meur gaan wonen. Het waren boeren en ze werden gewoonweg ‘die van boerke’ genoemd. Moeder woonde 200 meter verderop aan de halteplaats van de treinen. Ze werkte mee in het café van haar ouders (Alfons Raes °1888 +1919 en Rosalia Hendrickx) en werd naar haar moeder ‘Mit van den halt’ genoemd.

In september 1934 zijn ze getrouwd en in de Donk gaan wonen. Ze openden er een café dat tevens ‘Duivenlokaal De Zwaluw’ werd en repetitielokaal van de fanfare ‘De Demervallei’.

Ze kregen 15 kinderen. De eerste drie zijn reeds gestorven in 1935, 1938 en 1939. Terwijl moeder met de twaalf andere kinderen - 7 meisjes en 5 jongens – het café runde, ging vader uit werken.

 

Afbeelding invoegen

 ‘Mit van den halt’ achter haar toog

 

 

 

Afbeelding invoegen

 ‘Duivenlokaal De Zwaluw’ met duivenkampioenen in 1961-1962

Afbeelding invoegen

 ‘Duivenlokaal De Zwaluw’ met fanfare De Demervallei in 1959

 

Afbeelding invoegen

De zeven meisjes van ‘Mit van den halt’ en ‘Celle van boerke’

Als wij nu ergens komen en zeggen ‘Ik ben Renilda, Greta, Paula, René of … "van die van Celle van boerke” of "van die van Mit van den halt”, dan kennen ze ons direct. Ons moeder heeft café gehouden tot ze gestorven is.”

 

Charel van den halt (Renilda V.)

Charel Van Roosbroek was de tweede echtgenoot van Rosalia Hendrickx (Roos van den halt) en kreeg ook haar bijnaam ‘van den halt’. Idem voor zijn kinderen en die van de eerste man, Alfons Raes.

 

Boer, Boerke, Boerkes e.a. (R.V.)

Dat tot grosso modo 1950 het merendeel van de Langdorpse bevolking in meer of mindere mate van de opbrengsten van het land leefde, is overduidelijk. Geen wonder dat heel wat bijnamen de stam ‘BOER’ in zich dragen. In de oude parochieregisters staat bij de familienaam Peeters zelfs ‘alias Ovenboers’ of ‘Overboers’ vermeld. In de Gijmel of Langdorp zou een zekere Luyten ‘De Boerre’ gewoond hebben (verduidelijke wie kan). In de Kolkensvijverstraat en de Mosvenne woonden de gebroeders Gust en Nand van de Boer (Verbraeken). In de Veerlestraat woonde Jef van Boerkes (Jozef Verreydt) die de uitbetalingen van de ziekenkas deed en door iedereen gekend was. En in de Grote Meur woonde Celle van Boerke (Marcel Verhaegen).

Dit wil niet zeggen dat deze mensen zelf nog echt geboerd hebben, maar hun voorouders vast en zeker.

 

De sollekespiër (J.S.)

Petrus Sempels (Kolkensvijverstraat) was in de kerk van Wolfsdonk aangesteld voor het ophalen van het stoelgeld in de zondagsmissen. Lange tijd bedroeg dit vijf cent of een solleke. Families, die een eigen stoel hadden, betaalden hiervoor jaarlijks een bedrag. De kinderen van Petrus vertelden dat ze op zondagnamiddag vader hielpen om de sollekes per honderd aan een draad te rijgen en vast te binden. De volgende dag brachten ze die bij de pastoor.

 

Tooinke van Bergske (Antoon Grade 1866-1944)

Aan het begin van de Opperstraat tegen de Testeltsesteenweg stond tot begin de jaren ‘50 een wat hoger gelegen huis. Vandaar ‘bergske’. Op een morgen zagen kinderen op weg naar school dat het door brand helemaal was vernield. (V.T)

 

Jef van ‘t kapelleke (Jef Wellens door V.T.)

Waar de Oudenstokstraat uitkomt op de Testeltsesteenweg stond het Schipperskapelleke. Het werd in 1958 afgebroken bij de heraanleg van de Testeltsesteenweg. Een mooie foto van dit kapelleke, dat in 1649 werd opgericht, kan je vinden in het boek ‘Honderd jaar de lens op Langdorp’ door A. Peeters e.a. Op die hoek stond ook café ‘Het Kapelleke’ van Jef Wellens. Hij was tevens schrijnwerker en maakte de doodskisten op maat van de overledenen.

 

Jef van Plat Dak (Jef Janssens 1882-1959)

Jef was vroeger de bewoner van een huis met een plat dak dat in de Oude Mechelsebaan stond ter hoogte van de Winterstraat. (V.T.)

 

Djoep (Correctie door R.V.d.B.uit G.& J.W.)

Den Djoep (Louis Willems °jan.1914+ sept.2007),  ijzervlechter, is afkomstig uit de Kolkensvijverstraat in Wolfsdonk, zoon van Fons Willems en Paulien Wuyts. Hij huwde met Leonie Liekens en ging in den Oudenstok wonen in het huis van zijn schoonouders dicht bij de Cockxkapel.Op die boerderij hadden ze een dorsmolen die werd aangedreven door een paard dat in een cirkel liep. In het Jubileumboek Van Gijmel (door Zr. Sylvia en A. Peeters) staat hiervan een mooie foto op blz.33. Hoe Louis aan zijn bjjnaam gekomen is? Hij spoorde zijn paard niet aan met het gebruikelijke ‘Dju!’ maar met ‘Djoep!’ In de jaren ‘50 verhuisde het gezin Willems-Liekens naar de Testeltsesteenweg, Langdorp.

 

Den Heksenmeester (Frans Theys, vader van Jef °1915 en Irma °1917)

Van Frans wordt verteld dat hij zijn paard achterwaarts de stal deed ingaan om het te beschermen tegen hekserij. (M.V.)

 

Witte & Stien de Rost (Louis°1882 en Justine °1896 Roest van de familie Roest-Everaerts)

Zij woonden in de jaren ‘50 samen in de Opperstraat. Het huis werd later gerestaureerd door meester Alfons Weckhuysen 

 

Lewiske van Darekes Louisa Rymenants (°1902)

Louisa zou in de Vennestraat een winkel gehad hebben. Zij was een mooie volkse vrouw die naar men zei goed kon tetteren of babbelen. Om iemand plezier te doen, speelde ze op de regionale zender verzoekplaatjes op aanvraag. Dit gebeurde meestal op zondag. Ze huwde met Jaak Danckers afkomstig uit Ramsel. Darekes is … van … (N.N.)

 

Bertha Stoef

Blijkbaar kent niemand haar echte  naam. Ze woonde in de Winterstraat tegenover Pinneke Lul of ‘van Lul’. Ze was een fiere vrouw. Haar dochter had in Aarschot een winkel met hoeden in feuter (vilt). Haar zoon was bij de gendarmerie. Haar huis staat nog steeds in de Winterstraat maar is door een wildernis overgroeid. (N.N.)

 

 

Lowieke van Lul

Door kinderen werd hij ook Pinneke Lul genoemd. Hij woonde in de Winterstraat waar achter het kasteel van Langdorp op de helling kleine huisjes of rijwoningen staan. Pinneke woonde op de hoek van de rij, waar de bergaf begint. Als kind hadden mijn zus en ik schrik van hem. Eens, toen het flink had gevroren, had Pinneke bovenaan water uitgegoten zodat er een glijbaan ontstond tot aan de straat. We hebben er veel plezier aan beleefd samen met zijn dochter, die twee jaar jonger was dan wij. We dachten er nog aan terug toen we later op skiverlof waren en hebben sindsdien onze mening over Pinneke herzien. Later is Pinneke verhuisd naar de Goor waar hij verantwoordelijk was voor het open en dicht doen van de slagbomen aan de overweg.

Ook hier is de echte naam niet gekend.

Zijn dochter Francine is later naar Baal verhuisd. Daar woonde ze in een huurhuis waarin het, volgens haar schrijven, spookte. De spoken dansten in huis en deden alles bewegen; meubels gingen er open en toe. Toen hierover sensatie ontstond in de buurt is de TV er komen filmen voor een reportage. Het gevolg was dat de eigenaar Francine eruit heeft gezet. (N.N.)

 

 

Juffrouw Kiekeskot (Maria Luyten)

Maria was een ongehuwde verpleegster en woonde op de hoek van de Vennestraat en de Boshuisstraat. Haar huis was ommuurd met betonnen platen. Ze had hokken met leghennen. Twee van haar tantes woonden in het Dorp van Langdorp. Ze had twee broers bij de paters. In het jubileumboek van Gijmel is op blz. 59 hun foto te zien. (N.N.)

 

De Baumeleir

De vader van Arthur Schoovaerts werkte haast dag en nacht. Zijn bijnaam komt ten andere van het gezegde ‘baumelen tot een kot in de nacht’. Hij ging de baan op naar wie aardappelen te koop had. Aan de Herseltsesteenweg had hij een café waar heel wat kermiskoersen doorgingen met heel wat jonge mannen van de Gijmel. Ook zijn zoon Arthur had veel talent en won vaak de koers. Dan was er ‘s avonds nog meer volk in ‘t café. (N.N.)

 

Turre, den oliesjeik

Arthur Schoovaerts wordt zo soms in de Gijmel genoemd. Hij was leverancier van stookolie en had zijn gebouwen  tegenover de huisartsenpraktijk. Hij verhuisde van de Klein Welkensvenstraat naar de Klein Vleminckstraat tegenover zijn dochter. (V.T.)

 

Boske of Fojke Bosch (Alfons Van den Bosch °01/01/1912 +11/09/2001).

Tijdens de oorlog werkte hij op het gemeentehuis van Langdorp waar hij als oorlogsinvalide tewerkgesteld was. Hij gaf de bons aan de gezinnen die recht hadden op o.a. melk en boter voor de kinderen. Hij woonde toen in de Gijmel. Later heeft hij gebouwd in het dorp. Tot aan de fusie in 1977 was hij veelzijdig actief op het gemeentehuis.

Klein detail: door een administratieve vergissing was hij (op papier) twee dagen voor zijn geboorte al gedoopt!  (J.V.d.B.).

 

‘t Madammeke

Onderwijzeres Anna Heylen (1897-1980), dochter van meester Jan-Baptist en Leonie Wellens. Gaf les in de jongensschool van W. Gehuwd met onderwijzer Ernest Van Eynde (1899-1976). Dochter: Hilda. Ze woonden naast haar broer meester Louis Heylen in het begin van de Veerlestraat in Wolfsdonk in een ‘herenhuis’ waar later (na afbraak) een dierenartsenpraktijk gevestigd werd. (J.B.)

 

Andere ingebrachte bijnamen:

Wakke Maan (?); de Lampul (?); Resorke (? Verbruggen); Sooi Poep (? woonde aan ‘t kapelleke van de Donk; Dove Sus (Sus Schellens); de Pirre (Frans Van der Borght, Binnenweg; Mon Smaas (Edmond Van de Brande; Tiskens (? Van Leemputten uit de Donk; de Bink (? Wilberts uit de Donk); Zjeppe Kejes (?); Nee Bu (René Verbruggen; Lewie van de Vuurmeulen (Louis Bergen); Milleke van de Krol (Emiel Huysegems); velomaker de Fikke (Victor Huysegems Vleminckstraat-Klein Opperstraat); Mie van Toon (Marie Brems dochter van Toon en M.Th.Vermeulen); Pikke van Loo (Frans Van Loo °1895); Roos van den Tek (Rosalia Brems dochter van Petrus Jozef Brems en Catharina Bergen); Mit van ‘t Gekke (Maria Serneels); den Hoed (meester Simon Verbruggen); Jakke Flap (Jan Alaerts); de Zwum (? Engelen); de Lange (Albert Janssens, woonde aan de Heimolen); Stien Hoef (? Goossens); Tist van Guskes (Baptist Weckhuysen); Jef van de Nele (Jef Willems); Irma van de Zone (Irma Vermeulen); Clem van Jan Maan en de Kwik (op de Mouthoren); de Bikke en Jos den Dopper (in het Dorp W.); de Burre of  Boerre van Tin ( zoon van Fokke Verbeeek en Tin Verdonck, Elsleuken);  Fille van den Dikke (in de Elsleuken); de Zjuus, de Vlieg, de Mug en Zware Gust (in Spagniën); de Merre, den Tipschoen (meester Jozef Alaerts school W.).

 

 Info kan nog per mail bezorgd worden via

info@verhalenverbindenplatteland.be

renaatvdb35@gmail.com

of per brief op de eerder vermelde adressen.