2021VroegerBegafenissen

 TERUG 

VERHALEN VERBINDEN PLATTELAND 

HOE HET VROEGER WAS

Begrafenissen

Het bedienen of de berechting van de stervende, hoe gebeurde dat?

Als iemand op sterven lag, kwam de pastoor te voet naar het huis van de zieke. Hij was vergezeld door een misdienaar. Die droeg een lantaarn en ook een bel om aan te kondigen dat zij op komst waren met Ons Heer. Voorbijgangers en mensen die naar buiten kwamen, gingen op hun knieën zitten voor het H. Sacrament. Ze wisten dat er iemand ging sterven en bediend zou worden. Een stervende werd gezalfd met de H. Olie. Soms gebeurde dat nog na het overlijden. De pastoor kreeg een geldelijke beloning.

Iemand ging de rozenkrans aanzeggen. Samen met de buren werd er drie avonden na elkaar een rozenkrans gebeden voor de overledene, dat zijn 3 rozenhoedjes. Daarna bad men nog de litanie van alle heiligen. Vroeger gebeurde dit in het huis van de overledene, later in de kerk.

(Een paternoster heeft een kruisje aan het begin. Daar bidt men de 12 artikelen van het geloof. Aan de grote kralen wordt een onzevader en een ‘glorie zij de vader’ gebeden, aan de kleine kralen, de tientjes, bidt men weesgegroetjes.

De paternoster driemaal doorlopen, is een rozenkrans).

Wie stelde de dood officieel vast?

De dood werd officieel vastgesteld door een dokter. Die kwam meestal uit Aarschot, in Langdorp was er vroeger geen dokter.

Hoe werd de rouwkapel thuis ingericht, wat stond er (bv. wijwatervat)?

Doden werden thuis in een bed opgebaard. Als men een kruis had, werd dat erbij gezet, maar in iedere kamer hing er sowieso een kruisbeeld. Meestal, maar niet altijd, werd er ook een kaars en een wijwatervat met palmtakje naast de overledene geplaatst.

Wie waste de dode? Hoe werd die opgebaard, in welke kledij en wie maakte de kist?

Dikwijls werd de overledene opgebaard door de nonnetjes, soms deed de familie of een buur het en een zeldzame keer de pastoor zelf. De overledene werd thuis in de kist gelegd en droeg zijn zondagse kleren, meestal zwart.

Zwarte kleding werd niet gebruikt voor kinderen onder de 7 jaar.

José vertelt dat de kist voor haar vader (+ 1946) gemaakt werd door Jef van het Kapelleke (Jef Wellens).

Niemand herinnert zich dat er witte kisten gebruikt werden voor kinderen.

Om hoe laat werd men begraven? De engelenmis, hoe laat was die? Prijsklassen, wat was het verschil? Was er een bepaalde dag dat men het liefst begraven werd?

Kinderen werden begraven in een engelenmis om 8 u. zodat ook de schoolkinderen naar de mis konden gaan voor de school om 9 u. begon.

Normaal werd men om 10 u. begraven, rijke mensen werden ook wel om 11 u. begraven.

De mis werd gedaan door 3 pastoors.

Niet-gedoopte kindjes werden in ongewijde grond begraven, in Langdorp was dat het hoekje naast de ingang achteraan. Deze kinderen werden ook wel eens ‘s nachts begraven.

De begrafenis was meestal 3 dagen na het overlijden. Het hing er ook van af wanneer de pastoor tijd had. Als het warm weer was, werd de dode rapper begraven. Maar de huizen hadden kleine vensters dus was het er meestal koel. Sommigen hebben precies wel eens gezien dat er een schaal met azijn geplaatst werd om de lijkgeur te neutraliseren. Er waren geen begrafenissen op zon- of feestdagen.

Doodsbrieven? Wie kreeg een doodsbrief?

De familie kreeg een doodsbrief. Voor de rest werden weinig doodsbrieven gedragen. Bidprentjes (beellekes) werden er wel gegeven in de kerk. Soms droeg men ze vooraf rond in de buurt als een soort doodsbrief. In Langdorp werden er veel gedrukt door koster Aloïs Dierckx.

Hoe werd de dood gemeld? Klokken met verschillende tonen, hoe dikwijls werden ze geluid?

Een overlijden werd aangekondigd met klokgelui. Er was een ander begingelui voor mannen (de zware klok), en voor vrouwen (de kleine klok).Het luiden deed men vanaf de dag van het overlijden tot op de dag van de begrafenis.

Hoe gebeurde het vervoer naar de kerk? Stopte men onderweg aan de kapelletjes?

De kist werd vervoerd met eigen paard en kar of dat van de buren. Er lagen nog nergens kasseien in de straat. Op de kar lag een groot zwart laken. Doeken werden links in de kerk bewaard (zoals ook alles voor de processie). Het waren schone zwarte doeken met goud die men kon huren.

Dit moest men regelen met Linus Heylen (= Fridolinus Heylen, man van Maria Joanna Verbruggen).

Een kinderkistje werd meestal op een berrie gelegd en gedragen door andere kinderen.

Als de rouwstoet een kapelletje passeerde, werd er gestopt. Oudere mannen, meestal buren, droegen de kist de kerk in.

Madeleine herinnert zich iemand van 15 jaar van in de Donk die verdronken was. Helpers droegen de kist op een berrie naar de kerk van Langdorp. Onderweg moesten ze die regelmatig neerzetten en wisselen van drager want de kisten wogen vroeger zwaarder.

Werd er een koffiemaaltijd of iets anders (warm of koud) aangeboden? Wat werd er gegeven? Waar ging die door en wie werd uitgenodigd? Kwam de pastoor ook? Wie zorgde voor de koffietafel?

De koffietafel was meestal thuis en alleen voor de familie, want veel plaats had men niet. Er werd enkel rozijnenbrood gegeten, geen broodjes, sandwiches of taart. Beleg had men dus ook niet nodig. Gewoonlijk deed men alles zelf. (L. kon niet mee naar begrafenis van haar vader omdat ze botermelkse pap moest koken voor de familie die uit de kerk kwam). Rijke mensen betaalden wel iemand om de koffietafel te verzorgen. Ook de pastoor mocht soms mee-eten, maar dat was geen algemene gewoonte. Hij kwam gemakkelijker als hij niet te veraf woonde want alles gebeurde te voet. Meestal werd er enkel koffie geschonken, geen andere drank. De hele maaltijd duurde niet erg lang.

Droeg men achteraf nog rouwkledij: knoop, bandje, kleren, en hoe lang? Werden er al rouwkransen neergelegd?

Zwarte rouwkledij werd 1 jaar en 6 weken gedragen door de nabije familie, maar kon wel variëren volgens het seizoen.

De vrouwen droegen een rouw-voileke(kanten doekje) dat onder de kin gebonden werd. Het kon ook een zwart hoedje zijn, al dan niet met een voileke aan vast. Mannen droegen rouwbanden. Rouwkransen werden geregeld met de begrafenisondernemer of kistenmaker. Voor de jaren 50 waren er weinig kransen. Daarna werden er meer kransen gekocht.

De grafdelvers in Langdorp:

Bet Wuyts groef het graf. Later deed Zonneke dit (Gust Jannes, gemeentearbeider, Oude Mechelsebaan). Op het kerkhof werd al knielend een laatste groet gebracht. In de put gooide men een beetje aarde met een schupje. Soms ook een palmtakje.

 

Volgende