De eucharistie is het belangrijkste sacrament van de Katholieke Kerk.

 
Het woord eucharistie is afgeleid van het Griekseeucharisto, dat dankzeggen betekent. In het Modern Grieks betekent eucharisto nog altijd bedankt of dankjewel, alleen wordt het uitgesproken als evcharistó - in het Modern Grieks wordt de u (ipsilon, Y in het latijn en als de griekse hoofdletter van u) als V uitgesproken wanneer het volgt op een epsilon ε, zoals dat in ευχαριστώ het geval is (ook in het Latijnse alfabet is de U gelijk aan de V).

Herkomst

Volgens de Katholieke Kerk werd de Eucharistie door Jezus ingesteld aan de vooravond van zijn kruisigingtijdens het Laatste Avondmaal. Het Evangelie verhaalt hoe Jezus ongezuurd brood nam, dank zegde, het brak en een opdracht deed waaronder Hij zei: "Dit is mijn Lichaam." Hij deelde het uit aan zijn apostelen, nam een kelk met wijn, zegde dank en zei: "Dit is mijn Bloed." Ook dit deelde Hij uit aan zijn leerlingen, met de opdracht deze handelingen telkens te herhalen om Hem te gedenken. Na de verrijsenis van Jezus herhaalden de mensen die zijn leer aanvaardden iedere zondag - zeer vroeg in de morgen - dit ritueel.

In de vroegste christengemeenten volgde de rituele viering van de eucharistie op een agape, een liefdesmaal dat door de lokale christenen gezamenlijk genuttigd werd in een bijruimte van een private woning. Vanaf de 2de eeuwis bij de vroegste kerkvaders zoals Justinus de Martelaar en Cyprianus van Carthago duidelijk dat het agape verdwenen is, mogelijk vanwege de reeds door de apostel Paulus bekritiseerde excessen. De viering van de eucharistische geheimen had plaats ofwel in privéwoningen, ofwel op de graven van de martelaren, meestal in het vroegst van de zondagochtend. Nadat vanaf Constantijn de Grote de zondag tot officiële wekelijkse rustdag werd voor grote delen van de bevolking van het Romeinse Rijk, vonden deze vieringen later op de voormiddag plaats en verplaatste de viering zich van kerkhof en familiewoning naar de basilicae.

Betekenis

In schriftelijke vorm wordt reeds bij de apostolische vader Ignatius van Antiochië (overl. 110) de eucharistie gedefinieerd als de gave, waarin Christus werkelijk lichamelijk aanwezig is. Uit circa 150dateert de beschrijving van de eucharistische liturgie door Justinus de Martelaar, waarin Ignatius' weergave wordt bevestigd en blijkt dat de viering op zondagochtend plaats had.

 
 
JPEG - 90.8 ko
Fra Angelico, L’institution de l’Eucharistie. Vers 1441. Musée San Marco. Florence.
 
De eucharistie is de tegenwoordigstelling van Christus' lijden en verrijzenis, teken van het Nieuw Verbond, teken van eenheid in Christus en teken van eenheid met de kerkelijke hiërarchie (paus, bisschoppen, priesters en diakens). Niet-gelovigen nemen aan de eucharistie uit respect niet deel.

Niet alleen belangrijk is dat de tekenen van brood en wijn, lichaam en bloed van Christus worden: ook de deelnemers worden veranderd. Door de eucharistie worden de deelnemende gelovigen verenigd met de Heer en worden zó tot Volk Gods. Het gaat dus om vereniging met de Heer, om later, in het gewone leven de Heer uit te dragen. Men ontvangt dus het Lichaam van Christus (de hostie) om Zijn lichaam (kerk) te worden.

 

 

Het Griekse 'eucharistein' betekent 'danken'; 'eu' betekent 'goed' en 'charis' betekent 'geschenk'. De eucharistie is dankzegging voor een grote gave, namelijk de gave van het lichaam van Christus. Voordat Jezus werd opgepakt, hield hij het laatste avondmaal met zijn leerlingen. Hij nam brood in zijn handen, zegende het en brak het en gaf het aan zijn leerlingen met de woorden: 'Neemt en eet hiervan, dit is mijn lichaam.' Evenzo nam hij de beker met wijn, sprak er een dankzegging over uit en zei: 'Neemt en drinkt hiervan, want dit is de beker van het nieuwe verbond, dat God met jullie wil sluiten. Dit is mijn bloed, dat voor jullie vergoten wordt.' Tevens geeft Jezus zijn leerlingen de opdracht dit gebaar te blijven herhalen, opdat de gelovigen steeds aan Jezus blijven denken.

 

In de viering van de eucharistie neemt de christen volledig deel aan de kerk als gemeenschap van Christus. Juist door de eucharistie wordt de verbondenheid duidelijk van christenen met elkaar en met God. Zoals Jezus vroeger zijn vriendschap deelde met zijn vrienden/leerlingen, zo delen de christenen nu de vriendschap met elkaar en met God. Jezus Christus is gestorven en begraven, daarna verrezen en bij God opgenomen. Door de eucharistie danken christenen God voor de belofte dat mensen niet door de dood verloren zullen gaan, maar dat God alle mensen een naam geeft en hen herinnert. Christenen geloven dat ze in handen van God leven en dat Hij hen beschermt waar nodig. Christenen geloven dat zij na de dood door God zullen worden opgenomen, zoals ook Jezus is opgenomen in de hemel. Dit is het nieuwe verbond, dat christenen vieren en beleven.

In de Katholieke en Orthodoxe Kerk kan het sacrament van de eucharistie dagelijks, en in het bijzonder op zondag in de mis of eucharistievierig gevierd worden. Het schema van een Heilige Mis of Eucharistieviering (Ordo Missae) is te vinden onder het lemma Mis.

 

In de Katholieke Kerk wordt een bijzondere vorm van ongedesemd brood, de hostie, gebruikt tijdens de viering. Ook de gebruikte wijn (miswijn) moet voldoen aan een aantal voorwaarden. De voornaamste is dat ze enkel van druiven is gemaald. Het laten mede-consacreren van brood en wijn door anderen dan de gewijde bedienaar (priester of bisschop) geldt volgens het kerkelijk wetboek als een zwaar misdrijf.

Omdat parochiële praatgroepen en priesters niet altijd geslaagd zijn in het vermijden van dubieuze experimenten in de postconciliaire liturgie, heeft de Katholieke Kerk in het document Redemptionis Sacramentum een handreiking aan de gelovigen gedaan door de ernstigste vormen van misbruik in de liturgie van de Eucharistie te verduidelijken.
 
In vergelijking met de Katholieke Kerk, wordt het Heilig Avondmaal in de meeste protestante kerken minder frequent gevierd: van eenmaal per week tot slechts enkele malen per jaar. Ook is het in protestante kerken van belang dat het Heilig Avondmaal wordt gevierd in het midden van een (plaatselijke) gemeente. Het is dus niet mogelijk om het Avondmaal in een andere setting te vieren dan in een kerkdienst, iets wat in Rooms-katholieke kring wel gebeurt (bijvoorbeeld tijdens katholieke hoogdagen).

Een belangrijk verschil tussen de Katholieke Kerk enerzijds en de meeste protestante kerken anderzijds ligt in de interpretatie van wat er gebeurt met het brood en de wijn. Volgens de katholieke en oosters-orthodoxe leer worden het brood en de wijn, die in de kerk tijdens de eucharistie worden geconsacreerd, daadwerkelijk Lichaam en Bloed van Christus (transsubstantiatie). Katholieken en oosters-orthodoxen geloven dat in de Goddelijke Liturgie of ook wel het Heilig Misoffer de hogepriester Jezus Christus, die zichzelf aan het kruis offerde tot vergeving van de zonden van de mensheid, met zijn Lichaam, Bloed, ziel en Godheid onder de schijnbare gedaanten van brood en wijn aanwezig is. De Mis is dus de offerviering, de hernieuwing van het kruisoffer, en een en hetzelfde offer als dat van Calvarië.

Binnen de Lutherse gemeenschap gaat men uit van de leer der consubstantiatie. Volgens andere protestantse kerkgenootschappen zijn het brood en de wijn echter louter symbolen. Het was vooral  Zwingli die in de  tijd van de Reformatie dit symboolkarakter benadrukte, meer dan Calvijn, die wel uitging van de 'werkelijke aanwezigheid' van Christus tijdens de viering onder de tekenen van brood en wijn (die niet veranderd worden) en in de gelovigen zelf.